BENJA :  Zeg deugniet! Ben je weeral je dopgeld aan het verzuipen?
FONS   :  Ha Benjamin! Kom zet je neer en drink er een op kosten van de Staat.
BENJA :  Doe mij maar een democratisch pilsje. Zeg voor een dopper kies jij ook geen goedkope drank.
FONS   : En buvant du Ricard je me sens un richard. Tja … jij zult wel rijker wezen. Heb vernomen dat je in Antwerpen werk gevonden hebt? Bij wie of wat?
BENJA : Ik werk nu bij Eendracht Scheikunde.
FONS   : Als chemicus?
BENJA : Wat anders?
FONS   : Ja ik herinner me nog hoe jij op het Atheneum goed was in scheikunde. Zelf vond ik het een rotvak. Je hebt me trouwens meermaals geholpen. En ook Danny Hacke. Die was ook al niet in de wieg gelegd voor Nobelprijs Scheikunde.
BENJA : Danny? Wat is er van hem geworden? Heb die jongen in eeuwen niet meer gezien.
FONS   : Pietje Enetand? Die is getrouwd en gesteld. Woont nu in Brussel. Werkt daar als kappersknecht.
BENJA : Getrouwd met een Brusselette?
FONS   : Nee met een meisje uit Oostende. Iris. De dochter van coiffeur Marcel. Die ken je toch?
BENJA : En of ik die ken! Heb daar nog een poosje mee gevrijd. Maar hoe komt het dat Danny in Brussel gaan wonen is?
FONS   : Wel ... Iris is eigenlijk tegen de goesting van haar vader met Danny getrouwd. Papa Stacke kon schoonzoon Hacke namelijk niet uitstaan. Van begin af aan. Vooraleer met Iris kennis te maken is Danny bij coiffeur Marcel gaan solliciteren. Maar kreeg de wind van voren. Seffens na het huwelijk heeft de ouwe baas zijn zaak van de hand gedaan. Iris vermoedt: om zeker te spelen dat Danny de zaak nooit zou erven. In Oostende vond Danny geen werk. In Brussel wel. Zodoende … Iris was er het hart van in dat ze Oostende verlaten moest.
BENJA : Wat een klootzak zeg om dochter en schoonzoon zo te kloten.
FONS   : De mortuis nil nisi bene!
BENJA : Hoe bedoel je?
FONS   : Heb daarnet vernomen dat coiffeur Marcel vandaag overleden is.